Insekten zijn onmisbaar voor het leven op aarde. Ook voor ons dus. Helaas gaat het niet zo goed met de meeste van hen. Mede daarom wil ik met dit project een beetje sympathie kweken voor deze diergroep. Dat is best lastig. Het valt voor een gemiddeld mens niet mee om spontaan warme gevoelens te krijgen van insekten.. Ze zien er doorgaans niet erg aaibaar uit, hommels uitgezonderd. Te veel pootjes en sprieten, om het over angels helemaal maar niet te hebben. Het is niet eenvoudig je in te leven in de emoties van bijvoorbeeld een pyamawants, hoe gezellig zijn naam ook klinkt.
Daarnaast hebben ze vaak ook gewoontes waar we liever niet aan denken als we aan ons ontbijtje zitten. Veel insecten zijn opruimers, en hoezeer we opgeruimdheid ook waarderen, diertjes die in rottend fruit of dode dieren rondscharrelen staan niet vaak hoog op onze lijst met lievelingsdieren.
Hoog tijd voor een charme-offensief dus. Eén van de insekten die wel een beetje imago-oppoetserij kunnen gebruiken is de aaskever. Iedereen begrijpt wel dat ze nuttig zijn maar lang niet iedereen wordt enthousiast van hun levenswijze. Toch hebben ze ook een vertederende kant – maar dat komt straks. Eerst een ervaring delen…als je verder durft te lezen.

Tijdens een wandeling in de prachtige Boelstrapolder in Friesland zagen we ineens een mol. Dood, leek me, want uit zichzelf gaat een mol niet op zijn rug op het pad liggen. Maar…hij bewoog! Nadere inspectie wees uit dat hij bewogen werd.. Een heel stel mooie oranje-zwarte kevertjes trok en duwde zo hard aan, onder en in hem dat het leek of hij al aan zijn reïncarnatie begonnen was. In zekere zin was dat ook zo. Binnen een paar dagen zou deze mol getransformeerd zijn tot kraamkamer, dinerzaal en uiteindelijk een nieuwe generatie krompootdoodgravertjes – want zo bleken die kevertjes te heten.
Die transformatie gaat als volgt. Het dode dier wordt meegesleept naar een gunstige plek en van nuttelozen delen als veren, haren en poten ontdaan. Wat er over blijft wordt begraven door de aarde er onder weg te graven. Dan (sorry voor de onsmakelijke details, het vertederende deel komt echt!) wordt het overgebleven vlees bewerkt met “orale en anale afscheiding”. Dit vertraagt het rottingsproces, zodat de aakever-kindertjes straks een soort van vers hapje hebben om groot van te worden. In de bal babyvoer, veilig onder de grond, legt het vrouwtje haar eitjes. De hoeveelheid stemt ze af op het formaat van de prooi, de slimmerd.
Goed, zul je denken, praktisch, slim misschien zelfs, fascinerend, maar vertederend? Jawel. Als de larven uit hun eitjes kruipen roept de moeder hen naar zich toe met een speciaal geluidje. Dan voert ze de jongen met voorgekauwd voedsel. Ze blijft bij ze tot na de laatste vervelling. Soms helpt ook het mannetje mee met voeren. Dat is toch een vorm van zorg die ik niet van een kevertje verwacht had – zingen voor je jonkies en ze verwennen met lekkere hapjes.
Nu nog een beeld verzinnen…eigenlijk wilde ik graag iets doen met dat geluidje, maar het is nogal moeilijk na te bootsen. Drie kapotte speedoosjes en een paar verzaagde wekkers kwamen wat mij betreft eerder in de buurt van een krekel dan een doodgravertje. Het idee om een etruskisch grafkistje te maken met een doodgraverliedje er in gaat dus niet door. Etruskisch was ook hier weer heel gepast. Hun grafmonumenten zijn vaak versierd met reliëfs of schilderingen van banketten ter ere van de overedene. Vaak is hierop ook een ei te zien. Niet als onderdeel van de maaltijd, maar als verwijzing naar de eeuwige kringloop van leven en dood. Het zou zo maar kunnen dat de krompootdoodgraver een ei-vormig eerbetoon krijgt van me. Ik hou je op de hoogte!
HA! Geweldig en prachtig!! Weer wat geleerd!! Thanx! Zou zomaar een mooi Mollen-beeld kunnen worden! Wederom bedankt Sjanneke!
Tja, insecten, inderdaad zelden een gezellig onderwerp, maar ook, zoals jij er over vertelt, ook best vertederend. Wij hebben sinds een jaar of drie een bijenhotel in de tuin, dat ondertussen meer op een jeugdherberg in een grote stad lijkt, er woont van alles! Torpedovormige wespen, donkerbruine bijen en hommels met roze strepen ( ik verzin het niet !) en allemaal komen ze de hele dag door drinken aan de bar, in ons geval het kleine vijvertje met een beeld van Sjanneke. Dus wat mij betreft, ik kan je volgen in je enthousiasme voor insecten.
Weer heel leerzaam dit, fascinerend! Wat zit de natuur toch ingenieus in elkaar.
Wat fijn dat je ons laat meekijken in deze (door jou bijna! ) onzichtbare wereld!
Ik heb net alle verhalen bijgelezen. Echt goed dat je weer aan het schrijven bent! Heel fijn voor ons allemaal trouwens.
Ik ga op zoek naar een boek dat ik de kinderen voorgelezen heb. Iets met de 1 miljoenste brandnetel. Als je je daar aan prikt word je heel klein, vraag maar aan Thijs. (Die viel ooit als klein kind in de brandnetels, toen zei zijn lieve moeder “als het nou maar niet de 1 miljoenste is” . Hij heeft mijn hand niet losgelaten tot we weerbijde tent waren. )
Ze ontmoeten allerlei insecten. Heel leuk! Lekker ontspannen naast je studieboeken.
Goed nieuws voor Thijs – er komt absoluut een beeld met brandnetels, omdat dat erg belangrijke planten zijn voor veel vlinders 🙂 !